De onroerendezaakbelasting (OZB) is een belasting op onroerende zaken. Onroerende zaken zijn gebouwen en de grond waarop ze staan. Ook stukken grond zonder gebouwen en panden in aanbouw zijn onroerende zaken. Er zijn 2 soorten OZB: een gebruikersbelasting en een eigenarenbelasting.

Wanneer krijgt u een aanslag?

Voor de onroerendezaakbelasting is de situatie op 1 januari van het jaar belangrijk. De persoon die op 1 januari eigenaar en/of gebruiker is, betaalt de aanslag voor dat hele jaar. Een verkoop of een verhuizing na 1 januari heeft hier geen invloed op. Wel zal bij verkoop de notaris een deel van de eigenarenbelasting verrekenen met de nieuwe eigenaar. Maar dat is iets tussen verkoper en koper. De gemeente staat hier buiten.

Gebruikersbelasting

Het gebruikersdeel van de OZB geldt alleen voor niet-woningen. Ook wanneer een bedrijf een woongedeelte heeft. Dan leggen we het gebruikersdeel van de belasting niet voor de woning op. De waarde van het woongedeelte trekken we af van de totale WOZ-waarde. Het gebruikersdeel van de OZB bepalen we dan vanuit een lagere waarde.

Voorbeeld: een agrarisch bedrijf heeft, inclusief de woning, een WOZ-waarde van € 300.000. Van deze waarde rekenen we € 100.000 toe aan de woning. De aanslag OZB-eigendom gaat over de totale waarde van € 300.000. De aanslag OZB-gebruik gaat over een waarde van € 200.000.

De hoogte van de aanslag

De hoogte van de aanslag OZB hangt af van de waarde van de onroerende zaak. Over deze waarde brengen we het tarief in rekening. Er zijn verschillende tarieven voor woningen en niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspanden) en voor de eigenaren- en de gebruikersbelasting.